Een stem van Vlieland

Van den soldaat Schoor,

Met al het geschrijf in de courant,
Kan de kustwacht van Vlieland
Ook niet langer uitblijven
Om ‘t een en andere te schrijven.
Er is hier een landweerman,
Die ook laten zien wil wat hij kan.

Wij hadden dan nooit kunnen droomen,
Dat we op ‘t eiland Vlieland zouden komen.
Wij hadden ook wel wat ‘t land
Om wacht te gaan doen langs ‘t strand,
Van den Helder zijn wij gevaren,
‘t Duurde 6 uur eer wij er waren.

Wij kwamen toen in Vlieland
En meldden ons bij den luit’ nant.
Die gaf ons eerst wat eten
En toen liet hij ons weten:
Mannen, je gaat bezetten een post,
Want de anderen worden afgelost.

Weldra waren wij opgestaan
Om dan maar naar onze post te gaan.
En iedereen was zeer tevreen,
Toen deelde de luit. den troep aan tweeën
En zie: nu moet je eens opletten,
Wij moeten twee posten bezetten.

Wij kwamen aan de 6e post,
Onze broeders waren afgelost.
Dat was voor hen een reuzenbof,
Want allen konden toen met verlof.
Zij drukten ons allen de hand
En verlieten het strand.

Nu zijn wij hier voor 3 weken,
En zijn die nu weer verstreken,
Dan rukken er weer andere aan
En kunnen wij met verlof gaan.
Men zegt, maar of ik ‘t gelooven mag,
Dan krijgen we voor elke week een dag.

Maar ik schrijf nu zoo maar voort,
En u hebt nog niets gehoord
Hoe ‘t ons van den vasten wal
Op Vlieland nu bevallen zal:
Dan zeggen wij uit vol gemoed:
Wij hebben ‘t hier uitstekend goed ?

Wij doen onze dienst met veel plezier,
Niemand heeft wat te klagen hier.
Alleen wordt nog wel eens de vraag gedaan:
Jongens, zou het nou toch niet gaan,
Te laten komen wat muziek
Of soms misschien ook een komiek

Misschien door dit geschrijf
Krijgt iemand het in z’n lijf
Om naar Vlieland op te stoomen
En een avond bij ons te komen,
En mocht dit soms zoo zijn,
Dan schrijft hij eerst naar mijn

Hier volgt mijn adres
Het is Vlieland Post 6.
‘k Behoor bij de landweermacht.
En kunnen wij met verlof gaan.
Op ’t ogenblik bij de kustwacht.
Het is afgezonden door

De soldaat A. v d Schoor