Zweven.

Over Vlieland’s dreven.
Wil ik Zweven. 
Als een meeuw met uitgestrekte vleugels.
Ongedwongen zonder teugels.
Maar ik ben helaas een mens.
Dus mijn allergrootste wens.
Om over Vlieland’s dreven
Als een vogel te mogen zweven.
Zal nooit in vervulling gaan.
Te voet doorkruis ik de duinen.
In de bossen wil ik struinen.
Met blote voeten in het zand.
Langs de golven op het strand.
De zon die daar de zee ontmoet. 
De lucht kleurt, rood als bloed.
Het is een heel groot wonder.
En dan de zon is onder.
Vol verwondering blijf ik staan.